Een onsje vrijmoedigheid

Met mijn fiets aan de hand sta ik te wachten bij de open brug over de Amstel. Ik kijk naar een jonge vrouw: dikke wimpers, lange haren en een eigenwijze oogopslag. Ze heeft een stoer, iets te klein jasje aan dat net haar blote rug laat zien en een kleurrijke sjaal om. Ze is een en al onbevangenheid, terloops, vrij. Ik hoop dat ze vaak hoort hoe mooi ze is. Deze vrijheid is zo aantrekkelijk. Had ik dat ook toen ik 22 was?


De brug gaat langzaam weer dicht en ik sta te trappelen om snel op mijn fiets te springen. Ik ga werken met Mary, senior onderzoeker bij een groot marketingbureau. Overmorgen presenteert ze een onderzoek waar ze met haar team een half jaar aan heeft gewerkt. Haar publiek zal bestaan uit vijfentwintig hoge ambtenaren van drie samenwerkende ministeries, van wie ze er een heel aantal nog niet heeft ontmoet. Ze wil een basis leggen voor verdere samenwerking. Het moet goed gaan.

Ik heb Mary leren kennen als een ervaren onderzoeker, slim, welbespraakt en ad rem. Bovendien is ze redelijk trots op de resultaten van dit onderzoek. Ze heeft dus alle reden om vol vertrouwen naar dit optreden te gaan. Maar nee, het liefste zou ze deze klus overlaten aan iemand van haar team.

Aan de voorbereiding ligt het niet: ze heeft een stevige manier van staan gevonden, een diepe ademhaling, weet wat ze moet doen om ontspannen op te komen en het publiek onbevangen aan te kijken. In de oefenruimte staat ze prachtig voor de zestig lege stoelen. Ook inhoudelijk is het in orde: haar verhaal heeft ze beperkt tot de inhoudelijke kernpunten die van belang zijn voor deze mensen, ze heeft een setje aantrekkelijke anekdotes gekozen en overzichtelijk slides gemaakt.

Maar zodra ik als toehoorder haar uitdaag door een kritische blik of ongeduldige handbeweging, vergeet ze alles, vouwt de armen voor haar lichaam, buigt haar rug en stamelt zich door haar verhaal van de ene ´eh´ naar de andere ´maareh´. Ze krimpt. Letterlijk.

Ik neem me voor om haar te vragen een eigenwijze griet te spelen, een meid die iets heeft van ‘maakt mij niet uit’ en ‘kom maar op’, een tikkeltje stout, confronterend, maar niet boos, iemand die plezier heeft in wat ze doet. En dan om iets van dat personage mee te nemen terwijl ze haar presentatie doorneemt. Al blijft er maar een onsje van deze vrijmoedigheid over in haar verhaal, het zal haar helpen.

Terwijl ik stevig afzet om te gaan fietsen kijk ik weer even naar mijn wimpermeisje en zie haar kalm staan te midden van de menigte die ongeduldig in beweging komt. Ze kijkt over de rivier, lijkt de mensen die zich langs haar heen wurmen niet op te merken, laat zich niet opjagen. Langzaam komt ze in beweging met een volstrekte zelfstandigheid. Even ben ik jaloers om zo veel comfort en kijk met haar mee over de Amstel.