Groot acteur

In de krant lees ik dat de acteur Gijs Scholten van Aschat Donald Duck als voorbeeld hanteert in zijn werk. En dat Louis D’Or prijswinnaar Jacob Derwig zich voor zijn rol in het kluchtige ‘Kinderen van de zon’ door André van Duin heeft laten inspireren. Donald Duck? André van Duin?
Ik ben verrast over de nuchtere zelfrelativering bij deze grote acteurs. Niks het wezen van het personage van de afgewezen sul in jezelf opsporen, voelen waar die resoneert met eigen ervaringen en dat omzetten in doorleefde, integere handelingen en sfeer op het toneel. Nee, een stripfiguur of volkskomiek nadoen, dat doen ze en ze laten ons dat weten ook.

Ik ben voortdurend op zoek naar concreet tastbare dingen waarmee leidinggevenden en managers hun rol draaglijker, lichter kunnen maken. Iemand nadoen behoort tot het repertoire, maar mensen vinden dat soms vreemd.
Zo voelt Lea zich ongemakkelijk bij de corrigerende aspecten van haar leidinggevende rol. Ze zegt “ik hou nou eenmaal niet van de haaibaai spelen”. Ik vraag haar of ze zich een enigszins sympathieke, leidinggevende haaibaai kan voorstellen en ze moet denken aan haar kapster Suus die een eigen zaak met vijf kapsters runt.

Lea vertelt dat ze als ze moet wachten op haar beurt wel eens zit te kijken naar hoe deze Suus haar personeel aanstuurt. Of ze hen nou vraagt om iets te doen (vloer vegen, koffie aanbieden, wasmachine legen) of laten (op hun telefoon kijken, kauwgom kauwen, kletsen), Suus spreekt hen altijd hoffelijk en onnadrukkelijk aan. Tegelijk is haar boodschap nooit mis te verstaan. Lea is hier al tijden van onder de indruk, maar had deze manier van doen nog nooit op zichzelf betrokken.
Ik suggereer haar om te verkennen hoe ze zich door het voorbeeld van Suus kan laten inspireren. Ze oefent hoe ze medewerkers tegemoet kan treden die ze wil aansporen om iets te doen (een klus erbij nemen, cijfers deze week aanleveren) of juist laten (zaken compliceren, teuten, mokken op de gang). Het valt haar niet moeilijk. Een aantal sterke teksten die ze zich van Suus herinnert (‘ik wil dat niet hebben’ en ‘kijk es om je heen wat er te doen is’) probeert ze uit, alsof ze die uitspraken op haar tong proeft. Ze voelt dat het werkt, maar twijfelt of ze dit kan maken. Ze zegt: ‘ik ben minder mezelf’.
Maar waar moet je op sturen als je je wilt laten leiden door je ‘zelf’? Wie je bent is immers ook afhankelijk van wat je te doen staat in een concrete situatie. Soms, als ik iets moeilijks moet doen, stel ik me voor hoe mijn vader dat zou aanpakken. En denken aan mijn nuchtere buurvrouw wil ook wel eens helpen.

Ik vertel Lea over de grote acteurs en de vrij banale voorbeelden die hen inspireren om zich nieuwe rollen toe te eigenen. “Ja, dan zul je jezelf en je normale manier van doen toch een stuk minder serieus moeten nemen” verzucht ze. En vervolgens schrijft ze de pittige teksten van Suus in haar notieboekje. Ongegeneerd.